Zwepen

Sommige mensen – maar lang niet alle – kunnen zich BDSM zonder zwepen niet eens voorstellen. Een spel met zwepen kan er indrukwekkend uitzien: de zweep, gehanteerd door een ervaren gebruiker, beschrijft soepele bogen en landt precies waar hen de zweep hebben wil. De bottom neemt de zweepslag in ontvangst met een zucht van plezier of een verraste gil, en ontspant weer om de volgende slag op te vangen. Wie net met zwepen begint, zal echter ervaren dat een zweep soms een eigen wil lijkt te hebben en overal landt… behalve op de plaats die de bedoeling was. En ondertussen reageert de bottom chagrijnig op de pijn van een zweepstreng die om een lichaamsdeel heen krult. Tijd voor wat zwepen-basics dus. 
  

Materiaal & effect 

Er zijn zwepen in vele soorten en maten. Voorbeelden zijn floggers, bullwhips of snakewhips. Ook in materiaal bestaat veel variatie. Veelal wordt (nep)leer gebruikt, maar ook paracord is populair en floggers zijn ook vaak in rubber te krijgen. 

 

Floggers 

De anatomie van een flogger is simpel: een handvat, vaak met knoppen aan beide uiteinden, waaruit aan één kant de strengen of stroken neerhangen. Bij sommige floggers is aan de achterkant van het handvat een lus bevestigd die tijdens het gebruik om de pols gedragen kan worden. Ook kan een apart lusje zijn aangebracht waaraan de zweep kan worden opgehangen, aan een broekriem of anderszins. Er zijn ook zwepen in de handel waarbij door middel van een constructie van metalen oogjes aan één en hetzelfde handvat verschillende streng-delen bevestigd kunnen worden. Omdat bij die floggers de controle over wat de strengen precies doen een stuk minder is dan bij floggers waarbij de stroken aan het handvat vastzitten, laten we deze ‘opzet’-zwepen hier even buiten beschouwing. 

Hoe het handvat van een zweep eruitziet, is een kwestie van smaak. Professionele zwepenmakers kunnen in het handvat hun eigen stijl aanbrengen door te variëren met de grootte en het uiterlijk van de knoppen bijvoorbeeld. Het is aan jouzelf om te beoordelen welk handvat jou het beste bevalt. Uiteindelijk ben jij degene die de zweep moet gaan hanteren en dus moet beoordelen of een handvat goed in jouw hand past en de zweep voor jou goed hanteerbaar maakt. 

Voor het effect van een zweep zijn de zweepstroken het belangrijkst. Dat effect laat zich beschrijven met twee Engelse termen: sting en thud. Wanneer een zweep een stingy effect heeft, wil dat zeggen dat de zweep een scherpe, oppervlakkige pijn geeft. Een thuddy zweep komt doffer, bonzender en dieper aan. In welke categorie een zweep valt, wordt bepaald door de soort, maat en hoeveelheid zweepstroken. 

  • breedte 
    hoe breder de stroken zijn, hoe meer thud; hoe smaller de strengen zijn, hoe meer sting. 
  • aantal 
    meer stroken staat gelijk aan meer thud; minder strengen staat gelijk aan meer sting. 
  • uiteinden 
    afgeronde of recht-afgesneden uiteinden zijn het vriendelijkst; ingesneden uiteinden en knoopjes geven een stingy effect. 
  • lengte 
    hoe langer de zweepstrengen zijn, hoe zwaarder de zweep is en hoe sneller de uiteinden van de strengen uit zullen waaieren zodra de zweep neerkomt. Zware floggers geven over het algemeen meer thud, maar uitwaaierende uiteinden zorgen juist voor meer sting. 
  • materiaal 
    verschillende soorten materiaal geven een verschillend effect, waarbij grofweg geldt dat zachter/dunner en soepeler materiaal vriendelijker aankomt dan harder/dikker en onbuigzamer materiaal. 

 

Floggers hoeven niet per definitie van leer gemaakt te zijn. Ook ontvlochten touw kan prima als zweep dienen. Meer sting geven de uiteinden van een flogger van paardenhaar. Het effect van rubberen zweepstrengen hangt af van de vorm, dikte en hoeveelheid van de strengen. Wanneer de stroken wat breder en (erg) elastisch zijn, kan door het rekken van de stroken bij het neerkomen van de zweep een stingy effect optreden. Met beleid en voorzichtigheid kunnen ook dunne metalen (balletjes)kettinkjes voor floggers worden gebruikt. 

Op Engelstalige websites kom je twee benamingen voor zwepen tegen: floggers en cats. Sommige mensen maken strikt onderscheid tussen beide, omdat zij het twee volkomen verschillende soorten zwepen vinden. Volgens hen hebben floggers altijd platte strengen en kenmerken cats zich door gevlochten of ronde strengen. In het Nederlands taalgebied wordt met cat doorgaans uitsluitend de cat o’nine tails bedoeld, een zweep met 9 gevlochten strengen waarvan de uiteinden geknoopt of verzwaard zijn. Het effect van een cat is ronduit stingy, tot ‘snijdend’ aan toe. Het is goed mogelijk om met een (ondeskundig gehanteerde) cat de huid open te slaan. 

  

Waar wel slaan? 

De één wordt het liefst op de billen geslagen, de ander geeft de voorkeur aan geslagen worden op de bovenrug. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Maar welke gebieden zijn nu het veiligst om te slaan? Aan de achterkant van het lichaam zijn dat er drie, terwijl ook aan de voorkant van het lichaam twee uiterst gevoelige plekken te vinden zijn: 

  • Billen 
    Goed bedekt met vetweefsel en bevatten geen vitale organen. Waarschijnlijk het veiligste gebied om te slaan, maar opletten blijft geboden omdat er enkele gevoelige gebieden in de buurt liggen, zoals het stuitje. 
  • Benen 
    Op de benen kun je bijna overal veilig slaan. Niet overal op de benen is het veilig om te slaan, vermijd de knieën en enkels omdat gewrichten kwetsbaar zijn. Op het scheenbeen kan met beleid ook worden geslagen mits dit niet gebeurt met harde, zware materialen. De binnenkant van de dijen zijn bijzonder gevoelig, evenals de kuiten. 
  • Bovenrug 
    Op de bovenrug kun geslagen worden maar wel met beleid. Het is belangrijk dat er niet per ongeluk op de onderrug wordt geslagen of in de nek. Let op dat je niet met harde of zware materialen in het midden van de bovenrug slaat omdat de ruggengraat kwetsbaar is. Wees ook voorzichtig met niet-flexibel slagmateriaal, want je wilt geen beschadigingen aan de schouderbladen veroorzaken. 
  • Borst 
    Op de borst kan ook geslagen worden maar wel met beleid. Zeker met zwaardere zwepen is het raadzaam niet hard te slaan omdat dit niet prettig is voor de ribben. Ook is het belangrijk om niet per ongeluk te laag te slaan omdat onder de ribben vitale organen zitten. 
  • Geslachtsdelen 
    Slaan op geslachtsdelen kan, mits het met beleid gebeurt. 

  

Waar niet slaan? 

Plekken op het lichaam die je tijdens het slaan beter kunt vermijden, laten zich samenvatten in een vuistregel: plekken waar botten of vitale organen dicht onder de huid ligt zonder met (dik) spierweefsel beschermd te worden, zijn off limits. Concreet zijn dat: 

  • Wervelkolom 
    De gehele wervelkolom, van stuitbeentje net boven de bilspleet tot aan de nek, moet je vermijden tijdens het slaan. De wervelkolom ligt dicht onder de huid en beschadiging van de wervelkolom kan grote gevolgen hebben. 
  • Hoofd, nek en schouders 
    Weinig vet- en spierweefsel, en dus een gebied om te vermijden. Wie wel eens een sleutelbeen gebroken heeft, kan wel inschatten waarom het beter is om daar – zeker met zware zwepen – vandaan te blijven. 
  • Gewrichten 
    Net zoals het niet slim is om tijdens bondage knopen druk te laten uitoefenen op polsen, knieën en enkels, is het niet slim om tijdens een zwepenspel gewrichten te belasten door erop te slaan. Ook de bovenkant van de handen en voeten is te vermijden gebied, omdat zich niet ver onder de huid allerlei dunne botjes bevinden. 
  • Zijkant onderrug 
    Aan weerszijden van de onderrug, net boven de heupen, liggen de nieren. Die worden slechts beschermd door een dunne laag spierweefsel. Om kneuzing van de nieren te voorkomen, is het zaak hier uiterst voorzichtig te werk te gaan. 
  • Buik 
    Het zal geen nieuws voor je zijn dat zich in de buikholte allerlei organen bevinden die essentieel zijn voor het functioneren van een lichaam, terwijl niet iedere bottom dermate getrainde buikspieren heeft dat spierweefsel enige bescherming biedt. Sommige mensen raden daarom het slaan op de buik ten sterkste af, anderen houden het bij ‘doe voorzichtig’. 

  

Techniek 

Je hebt een zweep in huis gehaald, je weet welk eind het handvat is en welk eind bedoeld is om op je bottom neer te komen, je hebt het bovenstaande gelezen en in je oren geknoopt… dan kun je nu je bottom wel klaarzetten, toch? Nope. Je mist namelijk nog één heel belangrijk iets: controle. Nee, niet over je bottom, maar over je zweep. De enige manier om aan controle over je zweep te komen, is: oefenen, oefenen, oefenen en nog eens oefenen. 

Natuurlijk zou het leuk zijn om direct op een mens te oefenen… als je zeker wist dat alles goed zou gaan. Maar zoals eerder gezegd: de strengen van een zweep kunnen een behoorlijk eigen willetje hebben, terwijl het vervelende gevolgen kan hebben als de strengen van een zweep neerkomen op een plaats waar ze niet hadden mogen belanden. Zowel voor iemand zonder enige ervaring met zwepen als voor iemand die net een nieuwe zweep heeft aangeschaft, is het daarom belangrijk dat mens en zweep elkaar goed leren kennen. 

Een handig oefenmiddel is een zacht kussen. Doordat het kussen indeukt als je slaat, zul je na elke slag kunnen controleren of je slag is neergekomen waar je mikte. Een kussenhoes van velours of fluweel is een goed hulpmiddel als je wilt oefenen op slaan met slechts de puntjes van je zweep. Als je het velours gladstrijkt voordat je begint en het kussen zodanig neerlegt dat je tegen de vleug van het velours in slaat, zal het velours je na elke slag vertellen of en waar en hoe je het kussen hebt geraakt. 

Je kunt het kussen neerleggen op de hoogte waarop je een bottom zou slaan: plat op bed als je wilt leren slaan terwijl je bottom op bed ligt, op een (lage) stoel of bank als je wilt oefenen met het (op de billen) slaan van een geknielde bottom, of tegen de rugleuning van een stoel of bank als je eerder de bovenrug van een staande bottom in gedachten hebt. Ophangen aan een waslijn en/of tegen de muur zijn andere opties om te oefenen als je uiteindelijk een rechtopstaande bottom met een zweep wilt gaan bewerken. Natuurlijk krijgt ook de muur zelf niks van een paar zweepslagen, maar voor jou is moeilijker te controleren of je zweep is neergekomen waar je ‘m wilde hebben. 

Door gewoon te beginnen met slaan ga je een aantal dingen uitvogelen: hoe groot de afstand tussen het kussen (je bottom) en jou moet zijn om ervoor te zorgen dat je met de volle zweep raakt, hoe groot de afstand moet zijn om te zorgen dat je slechts met de puntjes van je zweep slaat, welke armbeweging je precies maken moet om te zorgen dat de zweep een mooie boog beschrijft en de strengen niet naar allerlei kanten uitwaaieren (in de lucht al of bij het neerkomen), en welke sta-houding voor jou het comfortabelst is. 

Om met sta-houding te beginnen: als je een vervelende spanning in je onderrug begint te voelen, betekent dat hoogstwaarschijnlijk dat je (licht) voorovergebogen staat. Dat wil zeggen dat je te ver van je doel vandaan staat en het geen kwaad kan een stapje naar voren te doen. Of het prettig is om recht voor je doel te staan of beter iets terzijde ervan, hangt af van de wijze waarop je wilt slaan. Een forehand slag is makkelijker te geven als je recht voor je doel staat. Een backhand slag kun je zowel recht voor als iets terzijde van je doel uitdelen. Focus tijdens het slaan op je doel, niet op de zweep. 

Hoe zei u? Forehand slag? Yep. Hou de zweep losjes vast en laat je arm ontspannen langs je zij hangen, met de palm van je hand naar je bovenbeen. Terwijl je je arm omhoog zwaait, zal de palm van je hand draaien. Op het moment dat je hand boven/achter je schouder is, is de palm van je hand naar het plafond gekeerd. Maak nu met je arm een soepele boog. Op het moment dat je arm gestrekt is, zo is de bedoeling, maakt de zweep contact met je doel. De palm van je hand wijst dan inmiddels naar de grond. 

Bij een backhand slag houd je je arm gebogen voor je, je elleboog iets naar buiten, je hand ter hoogte van je hart. Alsof je arm in een mitella zit, maar je jeuk op je buik hebt, zeg maar 😉 De rug van je hand is naar jou toe gekeerd, de palm van je hand naar je doel, de zweepstrengen hangen onder je hand. Om te slaan, laat je je onderarm een cirkel maken in de richting van je doel. Terwijl je die beweging maakt, draai je je hand zodat de zweep over je hand heen mee draait. Op het moment dat de zweep contact maakt met je doel, is je handpalm naar jou toe gedraaid en wijst de rug van je hand naar je doel. 

Wanneer je zowel forehand als backhand onder de knie hebt, kun je met enige oefening ‘achtjes’ gaan slaan. Je begint met een forehand slag, maar brengt daarbij de zweep niet recht, maar schuin voor jezelf langs naar beneden. Daarop volgt een backhand slag, want je hand is dan inmiddels tussen jouw lichaam en het doel. Die backhand slag maak je af tot je arm weer is waar je de eerste forehand slag begon, en je bent klaar voor het volgende ‘achtje’. 

Luister naar je eigen lichaam terwijl je slaat. Het is niet vreemd als je aan het oefenen spierpijn overhoudt, want je gebruikt je arm per slot van rekening op een manier die in het dagelijks leven niet veel voorkomt. Overdrijf daarom niet, maar bouw ook het oefenen langzaam op. Een eerste keer oefenen hoeft echt niet direct uren te duren en je hoeft alle soorten slagen echt niet in één keer onder de knie te hebben. 

  

Het ‘echte’ werk 

Wanneer je de arm- en polsbewegingen die bij het slaan met zwepen horen onder de knie hebt gekregen en je slagen dáár belanden waar jij ze in gedachten had, kun je eraan gaan denken om je zweepkunst daadwerkelijk op een mens los te laten. Dat brengt wel een paar nieuwe dingen met zich mee om over na te denken. Een kussen raakt niet overstuur en rent niet weg als een zweepslag niet helemaal aankomt zoals-ie bedoeld was. En wanneer je een kussen ernstig beschadigt, kun je in een winkel een nieuw kussen gaan kopen. Bottoms zijn gevoeliger en een stuk moeilijker te vervangen dan een kussen. Bekijk het zo: iemand heeft genoeg vertrouwen in jou om zich door jou te laten slaan. Dat vraagt van jou dat je zorgvuldig, voorzichtig en liefdevol handelt. 

Het kan erg aanlokkelijk lijken: je hebt voor je bottom geheim gehouden dat je al een tijdje aan het oefenen bent met een zweep, je bottom staat vast en is geblinddoekt, en jij gaat hen verrassen door voor het eerst op hen een zweep te hanteren. Dat kan goed uitpakken. Het kan echter ook op een teleurstelling uitlopen. Je bottom blijkt misschien helemaal niet zo’n liefhebber van zwepen te zijn, of althans niet van wat jij met die zweep doet. Of voor jou blijkt de overgang van een slaan op een onbeweeglijk kussen naar het slaan van iemand die door te bewegen reageert op jouw slagen toch niet zo eenvoudig als je dacht… Daarom kan het een idee zijn de eerste keer dat je op een mens te werk gaat, niet in een BDSM-spel te laten plaatsvinden, maar daarvoor een apart avondje oefenen te beleggen. Je kunt tijdens zo’n oefensessie je bottom – of de bevriende bottom die je gevraagd hebt of je op hen mag oefenen – vragen om jou feedback te geven, zodat je ontdekt wat je goed en fout doet. 

Je hebt waarschijnlijk wel eens gehoord dat sporters een ‘warming up’ doen voordat ze daadwerkelijk hun inspanningen leveren. Ook bij het slaan met zwepen is zo’n ‘warming up’ nodig. Niet zozeer van jou, hoewel je armspieren het je waarschijnlijk wel in dank zullen afnemen als je rustig aan begint, als wel van je bottom. Om het in ontvangst nemen van slagen prettig te maken, is het van belang om rustig te beginnen. Wanneer je direct op volle kracht slaat, of dat nou met de blote hand of met een zweep is, is de kans groot dat je bottom na relatief korte tijd meldt dat die de pijn niet trekt. De term ‘opwarmen’ mag je letterlijk nemen. Als je begint met een serie tamelijk lichte slagen, zul je na een paar minuten de huid van je partner lichtroze zien kleuren op de plek waar je geslagen hebt. Omdat de bloedcirculatie naar het huidoppervlak op die plek intensiveert, wordt die plek ook letterlijk warm. Voor jou is dat een teken dat je óf op dezelfde plek iets harder kunt gaan slaan, óf je aandacht naar een andere plek kunt verleggen en ook die plek kunt gaan opwarmen. 

Zoals bij meer dingen geldt: verandering van spijs doet eten. Varieer met de hardheid van je slagen en met de plek(ken) waarop je slaat, dat zal je van de voortdurende aandacht van je bottom verzekeren. Ook de regelmaat waarmee je slaat, heeft effect op je bottom: sla je onregelmatig en op telkens een andere plek, dan zal je bottom alert blijven. Sla je regelmatig en symmetrisch, dan zal je bottom meegaan op de cadans van je slagen en ontspannen je slagen in ontvangst nemen. Een misschien wat ingedutte bottom is uitstekend wakker te maken door zijn of haar warmgeslagen huid even af te koelen met een ijsklontje. Wissel de zweepslagen af met strelingen, hetzij met de zweep, hetzij met bijvoorbeeld een plumeau. Kortom: gebruik ook tijdens een zwepenspel je fantasie. Bovenal: luister naar je bottom. Kijk naar wat die je met lichaamstaal vertelt, vraag om verduidelijking als je die nodig hebt, en maak er iets moois van, voor jullie allebei!