Caning

Caning

Caning is van oudsher een lijfstraf. Op (kost)scholen werd caning op de billen gebruikt en het rietje of de lineaal op de handpalm of knokkels. Ook werd het gebruikt als straf na het begaan van een misdaad, in sommige landen gebeurt dit nog steeds. Maar ook binnen de BDSM wordt caning veel gebruikt. 

 

Rattan canes 

De meeste canes zijn gemaakt van rattan, een stevige rietsoort waar bijvoorbeeld ook meubels van gemaakt worden. Deze canes kunnen zowel gepeld als ongepeld zijn. Van gepelde canes is de buitenkant af geschaaft, ze bestaan dus uit alleen het binnenste gedeelte van de rietstengel (pitriet). Daardoor zijn ze lichter van kleur, soepeler en gelijkmatiger dan ongepelde canes en kun je er over het algemeen wat harder en preciezer mee slaan. Ongepelde canes zijn gemaakt van de gehele rietstengel, zien er donkerder uit en zijn wat stugger. 

De uiteinden van rattan canes worden rond gevijld om splijten en splinteren te voorkomen (wat beide een hoop schade aan je bottom kan doen als het in een spel gebeurt). Ze komen in een rechte variant en een variant met een boogje aan het einde, en in verschillende lengtes. In principe kun je met een langere cane makkelijker uithalen waardoor je harder kunt slaan, maar lengte kan ook ten koste gaan van je mik-vermogen. Het is dus even uitproberen wat je zelf een prettige lengte vind en of je liever wel of geen boogje hebt. 

Canes komen ook in verschillende diktes. De “gemiddelde” cane is 6-8 mm dik. Een dunnere cane geeft een fellere, meer bijtende pijn en gaat wat sneller kapot, maar zwiept wel lekker. Een dikkere cane geeft een doffere pijn en je kunt er harder mee uithalen, maar heeft minder de “swoesj” die mensen vaak associëren met canes. Welke dikte het beste bevalt is een kwestie van persoonlijke voorkeur van de top en de bottom. Bonus bij het uitproberen van verschillende diktes: je kunt “raad de cane” spelen met je bottom. 

Rattan canes hebben af en toe wat vocht nodig (zeker de dunnere) om soepel te blijven. Ook breken ze minder makkelijk als je ze vochtig houdt. Zet ze daarom zo nu en dan in een bak water, of in de badkamer als je aan het douchen bent. Als je een boogjescane hebt kun je het boogje het beste vast zetten met een touwtje of elastiekje, door het vocht trekt het riet recht. 

Soms worden rattan canes gecoat met een laagje olie, dit houdt ze langer soepel en zorgt dat ze ietwat waterafstotend worden. Vaak zal de verkoper erbij vermelden of dit het geval is. 

Je kunt je canes schoonmaken met een vochtige doek en/of wat dettol. Maar onthoud daarbij dat rattan poreus is, écht schoon wordt de cane niet. Gebruik een cane die in contact is geweest met bloed, sperma, vaginaal vocht en/of ontlasting dus niet meer op een andere speelpartner. 

Bewaar canes (zeker die van natuurlijk materiaal) bij voorkeur op een plek waar de lucht er omheen kan circuleren. Makkelijke manieren om canes mee te nemen zijn posterkokers en wapentassen. Of maak zelf een koker op maat met PVC-buis en einddoppen van de bouwmarkt. 

 

Bamboe 

Een ander natuurproduct dat gebruikt wordt voor canes is bamboe. Dit is harder dan rattan, waardoor de pijn ervan scherper is. Het grote probleem met bamboe is dat het snel gaat splijten als het uitdroogt. De scherpe randen die hierdoor ontstaan kunnen nare wonden veroorzaken. Daarom worden bamboe canes een stuk minder gebruikt dan rattan canes. 

Plastics en RVS 

Er zijn ook canes van niet-natuurproducten, bijvoorbeeld plastics zoals delrin, acryl en nylon, maar ook carbonfiber (risico op splinteren!), fiberglass en zelfs RVS canes. Over het algemeen zijn deze materialen beter te desinfecteren. Ook zijn ze vaak harder/minder flexibel waardoor ze harder aankomen dan een rattan cane. Omdat het lichte materialen zijn hebben de canes vaak een handvat om wat gewicht toe te voegen, zodat ze prettiger slaan. Prettige lengten/diktes zijn erg afhankelijk van het specifieke materiaal, en zeker de laatste jaren is er erg veel keuze bijgekomen. Vaak worden deze canes zonder handvat gemaakt het is aan de gebruiker om zelf te proberen wat fijner werkt, met of zonder handvat. 

De techniek 

Het principe is simpel: “swoesj”, “pets”, “auw!”. Toch zijn er wel een aantal dingen om rekening mee te houden, een cane kan erg veel schade aanrichten. 

Je kunt op verschillende manieren slaan met een cane. 

Slaan met het puntje geeft een scherpe pijn geconcentreerd op een klein stukje. Slaan met het middengedeelte van de cane geeft een wat doffere pijn over een groter gebied. Een aandachtspunt hierbij is dat als je zo slaat dat het puntje uitsteekt tot voorbij het lichaam, de cane kan gaan “wrappen”. Hierbij raak je met de cane de zijkant (of zelfs voorkant) van je bottom, wat veel harder aankomt dan een gewone slag. Doe je dit expres, dan kan het een leuke, gemene afwisseling zijn. Heb je het niet door, dan kun je onbedoeld zeer veel pijn/schade doen. Let hier dus op! 

Je kunt slaan met een stuiter, waarbij je de cane terug laat stuiteren nadat je je bottom hebt geraakt, dit heeft een scherp effect. Of je kunt doorslaan, wat heftiger maar minder scherp voelt. Hierbij kun je de cane even op de huid laten liggen, maar ook snel weer weghalen. 

Je slaat vanuit de pols, of eventueel als je harder slaat vanuit de pols en de onderarm. Hoe groter de beweging is die je maakt, hoe groter de kans dat je niet helemaal de plek raakt die je eigenlijk wilde. Afhankelijk van de positie van je bottom sla je in het verticale of horizontale vlak, waarbij verticaal vaak makkelijker is met mikken en met hard slaan. Ook backhands slaan is mogelijk. 

 

De pijn van een cane blijft even hangen en dooft daarna langzaam uit. Meerdere malen vlak achter elkaar op dezelfde plek slaan is extra pijnlijk. 

Vaak is een rustige caning (waarbij er vrij veel tijd tussen de slagen zit en gevarieerd wordt met waar de slagen neerkomen) goed vol te houden, doordat de pijn de tijd krijgt om weg te trekken tussen iedere slag. Maar sommige mensen vinden een hoger tempo juist prettiger, zodat de pijn niet de gelegenheid heeft om weg te trekken en ze beter in de ‘flow’ blijven. 

Ritme en intensiteit zijn belangrijke componenten in een caning. Voor de meeste bottoms is het prettig om rustig te beginnen, en de intensiteit en snelheid langzaam op te voeren. Je kunt ook varieren in je ritme. Maar er zijn ook bottoms die het liefste de hele caning in één intensiteit en ritme willen hebben. Praat met je bottom over wat hij/zij fijn vind en let op zijn/haar lichaamstaal. 

De gecanede huid wordt vreselijk gevoelig, hier kun je leuk mee spelen. Een zachte streling geeft een fijn warm gevoel, je nagels eroverheen halen voor een prikkelend gevoel, ijsblokjes verkoelen, veertjes kriebelen, stevig kneden voor wat extra pijn… de mogelijkheden zijn eindeloos.

Plekken

De meest voorkomende plek om iemand de canen zijn de billen. Die hebben een mooi groot oppervlak en kunnen veel hebben. Let hierbij wel op dat je het stuitje en de ruggengraat niet raakt. Andere mogelijkheden zijn de dijen, de kuiten en het vlezige deel van de bovenarmen. Blijf weg bij gewrichten, de buik en de hals/het gezicht. Het zachtjes canen van de voetzolen (bastinado), de geslachtsorganen, de handen en de borsten is mogelijk, maar een hogere intensiteit kan hier veel schade veroorzaken. Vergeet hierbij niet dat dikkere canes meer impact dieper in het weefsel hebben. Ook het canen van de schouders is mogelijk, maar omdat de botten hier dicht onder de oppervlakte liggen, zal de huid veel eerder openbarsten dan bijvoorbeeld bij de billen. Waar je niet bang voor hoeft te zijn is het raken van de nieren: die liggen hoger in het lichaam dan vaak beweerd wordt, waar ze beschermd worden door de ribben. Over het algemeen zijn de billen de minst pijnlijke plek om gecaned te worden.

Houdingen 

Er zijn verschillende houdingen mogelijk voor de bottom. Op bed liggen is het meest comfortabel, en omdat het lichaam ontspannen is, is het minder pijnlijk dan andere houdingen. Alternatieven zijn gebogen over een bok of meubelstuk, rechtop staand (leunend tegen een muur of een andreaskruis) en voorover gebogen waarbij de handen de enkels vasthouden. 

Maar ook de houding van de top is van belang. Sta of zit zo dat je comfortabel kunt slaan en goed zicht hebt, zodat je goed kunt mikken. Sla een paar keer zachtjes om te zien of je de juiste plek raakt of dat je je positie (of die van je bottom) wat moet corrigeren. 

Vaak is er sprake van enige asymmetrie, waardoor de ene kant van je bottom harder geraakt wordt dan de andere kant. Dit kun je voorkomen door af en toe aan de andere kant te gaan staan/zitten. Kleur is een goede indicatie voor de gelijkmatigheid van de impact. Is er publiek, zorg dan dat je genoeg ruimte hebt om uit te halen zonder mensen te raken en/of ogen uit te steken. 

Oefenen

Vaak wordt aangeraden om te oefenen met slaan op een kussen. Dit is prima om een beetje een idee te krijgen van dat hele slaan met een cane en wat ‘target practise’ te doen, maar een kussen reageert heel anders dan menselijk vlees, en geeft bovendien geen feedback. Er is niks mis met al snel overstappen op (voorzichtig) oefenen en experimenteren op je bottom. Je kunt ook wat op jezelf (onderarmen, bovenbenen) uitproberen, maar vergeet niet dat het heel persoonlijk is hoe iets voelt en je bottom het dus heel anders kan ervaren dan jijzelf. 

Striemen 

Canes laten zeer typerende “marks” achter, per slag ontstaan twee striemen met een beetje ruimte ertussen, de striemen ontstaan dus naast waar je je bottom raakte met de cane. Het kan erg lang duren voordat deze striemen wegtrekken, 2-3 weken is geen uitzondering, met uitschieters naar 6-8 weken. Hou hier rekening mee bij een spel, omdat de marks zo typerend zijn wordt een bezoekje aan de sauna of de dokter al snel wat ongemakkelijk. Denk ook aan bijvoorbeeld huisgenoten of ouders die de striemen kunnen zien als je gaat douchen of iets dergelijks. Afhankelijk van de cane en de slagintensiteit kunnen er ook blauwe plekken en puntbloedinkjes ontstaan. 

Een caneslag kan de huid ook doen openbarsten, dit kunnen kleine plekjes zijn die niet of amper bloeden (maar het wel noodzakelijk maken je cane niet te delen met anderen), maar ook diepe bloedende wonden die medische verzorging noodzakelijk maken en littekens achter zullen laten. De meeste BDSM-ers zullen ervoor kiezen dat laatste te willen vermijden. Wondjes kunnen ook ontstaan bij een minder intense caning op plekken waar striemen elkaar kruizen, of door ontvelling bij een lange caning-sessie. 

De kleine wondjes hebben over het algemeen weinig verzorging nodig, gewoon laten is meestal het beste. Bloeden ze een beetje, dan kun je ze even ontsmetten met sterilon of een alcohol-swab, en plak er eventueel een pleister erop om bloedvlekken in kleding te voorkomen. 

Setting 

Sommige mensen vinden het gewoon fijn om geslagen te worden, of vinden het fijn dat ze het niet fijn vinden. De pijn kan zorgen voor subspace. Erotisch canen is ook een mogelijkheid, door middel van een lage intensiteit en hoge frequentie (‘tapping’) wordt genot toegebracht. Maar een cane is natuurlijk bij uitstek een instrument om te straffen, en om te gebruiken in rollenspellen (victoriaans, kostschool, etc). 

Knuppels 

Een knuppel is eigenlijk gewoon een uit de kluiten gewassen cane; als je hard genoeg slaat krijg je dezelfde dubbele striemen. Maar omdat een knuppel zoveel dikker en zwaarder is, is de impact veel groter, en heb je veel minder kracht nodig om veel pijn te veroorzaken. Hiervoor kun je ook een foamknuppel gebruiken welke een minder zware impact heeft maar wel de huid opwarmt waardoor een volgende cane scherper ervaren wordt. 

Dit maakt het een slaginstrument waar je erg voorzichtig mee moet zijn. Vaak zie je na slaag met een knuppel wat roodheid, die vrij snel weer wegtrekt, maar heb je nog dagenlang pijn (lijkt op spierpijn). Dit komt doordat de slagen diep doordringen in het weefsel en het diepe weefsel sneller kneust dan dat wat erboven zit: het is wel blauw maar je ziet het niet omdat er nog een laag overheen zit. Pas bij harder slaan ontstaan zichtbare striemen en/of blauwe plekken. 

Een knuppel breekt met gemak botten. Sla dus alleen op de vlezige, gespierde delen van het lichaam en let erop dat je niet per ongeluk toch een bot (het stuitje bijvoorbeeld) raakt. Zorg ervoor dat je bottom goed stevig staat, zodat je hem/haar door de grote impact niet omver mept.