Straf

Straf

De één heeft er niets mee, omdat hij of zij zichzelf te oud vindt om nog als een kleutertje opgevoed te worden. De ander wil niets liever, omdat het raakt aan fantasieën en dromen die die heeft. Straf. Misschien lijkt het simpel, maar er komen toch aardig wat dingen bij kijken. Denkwerk met name… We zetten een aantal zaken rondom straf hier op een rijtje, in een vertaling en bewerking van het artikel Principles of Punishment van DurLlwyd. 

 

Voordat je überhaupt nadenkt over hoe en wanneer je straft is het belangrijk om te bepalen of dit binnen de dynamiek past. Je kunt je sub niet zomaar straffen, de sub moet daar informed consent voor hebben gegeven. Daar hoort ook bij dat je afspraken maakt met je sub over de grenzen van die straffen.  

Doel

Het doel van straf is het beïnvloeden van gedrag in de toekomst. Straf draait niet om vergelding (wraak, represaille). Het kan moeilijk zijn om dit onderscheid te maken. De grens tussen gedragsaanpassing en vergelding is vaag, omdat angst voor vergelding nu eenmaal invloed heeft op hoe mensen zich gedragen. 

Het verschil tussen de twee zit in intentie en planning. Straf in BDSM-context wil zeggen dat de Dominant bewust en zorgvuldig een straf kiest die geschikt is om het gedrag van de onderdanige op lange termijn te veranderen, niet dat de Dominant uit ergernis over het gedrag van diens onderdanige even fel uithaalt. Met zo’n instinctieve boze uithaal krijgt die op korte termijn diens zin, maar ontstaan er op de langere termijn waarschijnlijk problemen. 

Een veel voorkomende bijwerking van zo’n uithaal is dat de onderdanige dichtklapt, niet meer communiceert en alleen nog maar probeert de kwaadheid van de Dominant in te dammen. Ook kan de onderdanige onzeker worden, omdat die niet weet wanneer de Dominant zal uithalen en dus niet goed weet waar die met de Dominant aan toe is. 

Ofwel: straf is iets om goed over na te denken. 

Kenmerken van straf

Om straf effectief te laten zijn, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet de straf iets zijn dat de onderdanige koste wat kost wil vermijden. Dat betekent niet dat de straf zwaar moet zijn, alleen dat de straf voor de onderdanige in geen enkel opzicht aanlokkelijk moet zijn. 

Ten tweede is het belangrijk dat de straf niet bestaat uit dingen die misschien in de ogen van de onderdanige vervelend, maar voor het welzijn van de onderdanige wel nodig zijn. Een onderdanige die er moeite mee heeft gezond te eten, moet niet gestraft worden met gezond moeten eten, want haar negatieve associaties bij (en tegenzin jegens) gezond eten worden daar alleen maar groter van. Mixed signals zijn iets om te voorkomen. Wanneer straf gemengd wordt met plezierige dingen, zoals seks, loopt de Dominant het risico dat de straf bij de onderdanige niet meer als straf overkomt of dat het plezierige een vervelende bijklank krijgt. 

Om te voorkomen dat straf en spel door elkaar gaan lopen, moet er duidelijk onderscheid tussen de twee zijn. Een Dominant die voor een lichte overtreding een lichte spanking als straf gebruikt, moet niet raar opkijken als diens onderdanige die ‘straf’ gaat uitlokken. Het zou beter zijn om een enkele scherpe tik met een vervelend instrument als straf te gebruiken, dat maakt het minder waarschijnlijk dat de onderdanige de straf gaat opzoeken. Een andere manier om straf en spel uit elkaar te houden, is om bepaalde speeltjes uitsluitend voor straf te reserveren en deze beslist niet in spel te gebruiken. 

Wanneer straffen?

Er moet een directe relatie zijn tussen het gedrag dat bestraft wordt en de straf. Als een onderdanige gelooft dat ze gestraft is omdat haar Dominant in een slechte bui is, zal de onderdanige niet haar gedrag veranderen, maar in het vervolg de Dominant uit de weg gaan als ze het gevoel heeft dat hij in een slechte bui is. Dan schiet de straf zijn doel voorbij. De Dominant zal, telkens wanneer hij straft, moeten uitleggen welk gedrag hij precies bestraft en hoe de onderdanige zich wél had moeten gedragen. Dat laatste is belangrijk, omdat het de onderdanige helpt haar gedrag aan te passen en daardoor de effectiviteit van de straf verhoogt. 

Een volgend belangrijk punt is dat de Dominant consequent is. Als bepaald gedrag soms wel, maar ook wel eens niet straf tot gevolg heeft, ontstaat er voor de onderdanige onduidelijkheid. De kans is groot dat ze de straf niet zal associëren met het gedrag dat de Dominant wil bestraffen, maar het idee krijgt dat er andere dingen meespelen. Per slot van rekening volgt er de ene keer wel straf, maar de andere keer niet. Als de Dominant wil dat zijn onderdanige zich altijd netjes gedraagt, moet hij ook altijd reageren als zij dat niet doet. Bovendien: een Dominant die niet reageert op slecht gedrag, loopt de kans dat zijn onderdanige de indruk krijgt dat het hem niet interesseert hoe zij zich gedraagt. 

Over het tijdstip van straffen bestaan verschillende meningen. Het kan goed zijn om ongewenst gedrag direct, op het moment dat de onderdanige het ongewenste gedrag vertoont, te straffen. Zo ontstaat een heel directe link tussen het ongewenste gedrag en de straf. Aan de andere kant: het is goed mogelijk dat de Dominant op dat moment boos is over het ongewenste gedrag en het beter is met straffen enige tijd te wachten, totdat de Dominant zeker weet dat die zichzelf onder controle heeft als die de straf uitdeelt. 

Hoe zwaar?

De zwaarte van de overtreding zou de zwaarte van de straf moeten bepalen. Zo kan de Dominant aan diens onderdanige duidelijk maken hoe zwaar een bepaalde overtreding voor die telt en kan de onderdanige voor zichzelf duidelijk krijgen welk gedrag de Dominant (het) belangrijk(st) vindt. De Dominant doet er dus goed aan om op voorhand na te denken over ‘niveaus’ van straf, waarbij de niveaus bijvoorbeeld aantallen cane-slagen zijn. 

Als de onderdanige oprecht diens best gedaan heeft om zich aan een bepaalde regel te houden, maar daarin nog niet helemaal geslaagd is, is het belangrijk dat de Dominant diens inzet erkent. De Dominant zal straffen omdat diens onderdanige de regel heeft overtreden, maar kan de zwaarte van de straf een of twee niveaus verlagen vanwege de inzet die die getoond heeft. Omgekeerd kan de Dominant een straf verzwaren als de onderdanige zich overduidelijk met opzet niet goed gedragen heeft. 

Straf moet niet onvermijdelijk lijken. Straf werkt doordat gedrag en een negatieve gebeurtenis aan elkaar verbonden raken, maar die associatie moet nog wel gevormd worden. De Dominant doet er daarom goed aan om niet te snel te veel te verwachten. Als vanaf het begin op elke slak zout gelegd wordt en elke overtreding in straf resulteert, zal de onderdanige het gevoel krijgen dat het niet uitmaakt hoe hard die diens best doet, gestraft wordt die toch wel. Het is belangrijk dat de onderdanige de mogelijkheid heeft om de zwaarte van de straf te beïnvloeden door oprecht diens best te doen zich goed te gedragen. 

  

Duur van de straf

Het is lastig om de duur van de straf te bepalen. Een straf die te kort duurt, maakt onvoldoende indruk. Als een straf te lang duurt, kan het gebeuren dat de onderdanige niet meer focust op de reden van de straf, maar uitsluitend nog op de straf zelf. Het netto eindresultaat van de straf is in die gevallen eerder wrevel en wrok jegens de Dominant dan beter gedrag van de onderdanige. Idealiter duurt een straf zo lang of kort dat na de straf zowel Dominant als onderdanige met een schone lei samen verder kunnen. 

Als er dingen gebeurd zijn die de relatie tussen Dominant en onderdanige beschadigen, bijvoorbeeld wanneer de onderdanige het vertrouwen van de Dominant beschaamd heeft, kan het handig zijn de onderdanige semi-permanent bepaalde privileges af te nemen. Deze privileges kunnen in de loop van de tijd weer worden teruggegeven, als symbool van de wederopbouw van de relatie. 

Tot slot

Er zijn onderdanigen die erop kicken om een Dominant uit te testen en tegen grenzen aan te duwen, maar over het algemeen willen (ook goedgebekte) onderdanigen niets liever dan hun Dominant plezieren door zich goed te gedragen. Vaak is de teleurstelling van hun Dominant over hun slechte gedrag al straf, nog voordat er een (fysieke) straf is uitgedeeld. Een onderdanige die niets anders doet dan ongehoorzaam zijn of continu op een agressieve manier uitdaagt, is niet zozeer kandidaat voor straf, maar voer voor psychologen. Het is goed mogelijk dat bij hen hele andere factoren spelen, die met een structuur van straf en beloning niet zijn op te lossen. 

Er zijn Dominanten die denken dat ze, wanneer ze in het begin van hun relatie met een onderdanige niet direct heel veel eisen stellen, hun onderdanige over zich laten lopen. Echter: (ook) een onderdanige heeft tijd nodig om in diens rol te groeien en te leren wat diens Dominant van hen verwacht. Er is niets mis met een Dominant die rustig begint en uitlegt dat die in de loop van de tijd meer van diens onderdanige zal gaan verwachten. 

Straf wordt door verschillende Dominanten verschillend toegepast en door verschillende onderdanigen verschillend ervaren, terwijl er ook Dominanten en onderdanigen zijn die helemaal niets met straf hebben. Straf is iets om toe te passen als het in een relatie past, niet om op te leggen omdat anderen in de BDSM-wereld vinden dat het bij BDSM hoort. 

Lees verder over de praktische kant van straffen in het artikel over straffen.